Rafael Scapini de Almeida, beter bekend als Rafinha, is de ultieme Gentse ‘Survivor’. Meer dan eens leek zijn verhaal bij de Buffalo’s ten einde, maar telkens kwam de Braziliaan terug. “Ik heb dit seizoen één belofte gemaakt: ik praat niet over mijn toekomst, want die verandert toch altijd”, lacht Rafi.
Verbrak je dinsdag een persoonlijk record door in te vallen na achttien minuten?
“Het was ongetwijfeld de snelste invalbeurt in mijn carrière. En zo vroeg op het veld komen was toch even wennen. De voorbije weken bracht de coach me immers steeds in het slotkwartier, om een voorsprong vast te houden. Maar dinsdag moest ik ook aanvallend mijn steentje bijdragen. Na tien minuten had ik het goede ritme te pakken.”
Het bevestigt de woorden van de coach, die zei onlangs dat hij altijd op je kan rekenen.
“Bij Gent weten ze ondertussen wat ze aan me hebben. Ik mis zelden een training en trek me op meerdere posities uit de slag. Waarschijnlijk zijn dat de zaken die Hein bevallen. Dat het meestal maar voor een kwartiertje is, daar kan ik mee leven. Ik schik me in de rol die de trainer me toewijst.”
Dit jaar beschik je, alweer, over een aflopend contract.
“(onderbreekt) Ik heb één belofte gemaakt bij de start van het seizoen: ik ga niet spreken over mijn toekomst, want die verandert toch altijd. (lacht) Zelfs na één wedstrijd kan alles er plots anders uitzien.”
Was er de voorbije jaren een moment waarop je dacht: dit is mijn laatste seizoen bij Gent?
“Heel vaak zelfs. (grijnst) Een eerste keer toen Fernandez aan het roer stond. Ik voelde dat, wat ik ook deed, hij niet op me rekende. En ook op Heins lijstje stond ik aanvankelijk niet hoog aangeschreven. Toch vertelde hij me in januari dat er een nieuw contract voor me klaar lag. Al was ik toen vastbesloten om te vertrekken.”
Hoezo?
“Dat was vooral om persoonlijke redenen. Kijk, mijn zoontje zou later dat jaar starten in het eerste leerjaar. Ik vind het belangrijk dat hij die lessen in zijn moedertaal (Fins, red.) kan volgen. Omdat we aanvankelijk geen school vonden met die mogelijkheid, vond ik het beter om terug te keren naar Scandinavië. Plots kwamen mijn vrouw en ik toch een school op het spoor in Waterloo. We verhuisden naar Sint-Genesius-Rode en ik zette in maart alsnog mijn handtekening onder het contractvoorstel.”
Daar heb je ongetwijfeld nog geen spijt van gehad. Na de zeges tegen Valencia en Lyon wist je met je vreugde geen blijf.
“Brazilianen, hè… Dat zijn nu eenmaal gelukkige mensen. (schaterlacht) Weet je, ons team bestaat uit heel wat jonge spelers. Zij hebben die titel en de Champions League al vroeg in hun carrière meegemaakt en denken dat er waarschijnlijk nog zulke momenten zullen volgen. Maar ik besef dat het mij niet nog een keer zal overkomen, daarom geniet ik er zo van. Dit zijn dromen die uitkomen in het slot van mijn carrière. Bovendien had ik dit nooit verwacht. Pas op mijn 23ste werd ik prof bij een Finse tweedeklasser, nadat ik in Brazilië besloten had om te stoppen met voetballen.”
Ondertussen tel je meer dan 250 wedstrijden op het hoogste niveau. Tegen Zulte Waregem komt daar misschien nog eentje bij, gezien de vele blessures.
“De coach zal met sommige spelers geen risico willen nemen. Ons Champions Leagueduel tegen Zenit is immers van groot belang. Dus misschien sta ik vanavond aan de aftrap, ja. Het is trouwens vreemd dat we in vier dagen twee keer tegen dezelfde tegenstander spelen. We beseffen wel dat het beter zal moeten dan dinsdag. Op defensief vlak liep het toen uitstekend, maar aanvallend brachten we te weinig. Als we dat kunnen verbeteren, maken we een goede kans om opnieuw te winnen.”
(JVDV)