Nieuws

Filters tonen
Beluister nu Stropcast 6 met Filip Joos en Francesco Pirelli Supporters

Beluister nu Stropcast 6 met Filip Joos en Francesco Pirelli

Na de lofzang van Filip Joos op Francesco "Franco" Pirelli in de 90 Minutes podcast op Sporza, brachten wij beide dribbelaars bij elkaar in onze Stropcast. Beluister nu de zesde aflevering van de Buffalo-podcast met verhalen van vroeger over dribbelkunsten en rode kaarten, maar ook mijmeren over een tridente Cuypers - Orban - Tissoudali.     

Bekijk volledig nieuwsbericht
#TotalAccess: voetbal voor iedereen Foundation

#TotalAccess: voetbal voor iedereen

De Ghelamco Arena is sinds dag één een toegankelijk stadion voor iedereen. Om KAA Gentsupporters met een beperking een aangename wedstrijdervaring te bieden, vervult de KAA Gent Foundation de rol van DAO (Disability Access Officer): de schakel tussen KAA Gent en haar G-Force. Feest voor iedereen Tijdens de CAFE Week of Action zetten Europese voetbalclubs hun werking voor supporters met een beperking in de kijker. De Ghelamco Arena is een modern stadion waar fans van alle leeftijden kunnen genieten van de sfeer en de sport. Maar niet alle supporters kunnen de wedstrijden op dezelfde manier beleven. Toch zorgt de KAA Gent Foundation dat iedereen de wedstrijd kan beleven. Audiodescriptie Voor mensen met een visuele beperking is het moeilijk om de actie op het veld volledig mee te krijgen. Gelukkig heeft KAA Gent in samenwerking met INTER een oplossing bedacht: een 'blindentribune' in vak 222. Daar bieden we supporters met een visuele handicap een optimale voetbalervaring: met beschrijvend commentaar dat van op de perstribune wordt doorgestuurd via een hoofdtelefoon. De verslaggeving wordt verzorgd door vrijwilligers die beschikken over een commentaarpositie met zender. Om deze dienst zo goed mogelijk te laten verlopen, werken de verslaggevers in duo's. Hierdoor kunnen ze elkaar afwisselen en elkaar ondersteunen bij het geven van het commentaar. Voor mensen met een visuele beperking maakt de audiodescriptie het verschil tussen een passieve en een actieve voetbalbeleving. Hier kunnen zij niet alleen de wedstrijd volgen, maar ook de emoties van het publiek en de sfeer in het stadion ervaren. Tijdens de thuiswedstrijd van zondag 5 maart tegen Anderlecht waren Jelle Vereecke en Kenneth De Vlieger op post om de wedstrijd van commentaar te voorzien. “In totaal zijn we met een zestal mensen, en bij elke wedstrijd zijn er twee commentatoren”, legt Jelle Vereecke uit. “We fungeren een beetje als de ogen van de mensen op de blindentribune. De commentaar die we geven is niet hetzelfde als op tv. We beschrijven alles veel specifieker en nauwkeuriger. We geven echt zoveel mogelijk details mee”, vertelt hij over zijn rol als commentator. Supporters met een rolstoel De toegankelijkheid van de Ghelamco Arena gaat verder dan alleen de blindentribune. Het stadion beschikt over rolstoelplaatsen in alle hoeken van het stadion, op de promenade zijn er in elk van de hoeken van het stadion acht cateringpunten (vier eet- en vier drankstanden) voorzien van een verlaagde en onderrijdbare toog, de oplaadpunten van het cashless payment systeem zijn op deze plaatsen toegankelijk voor rolstoelgebruikers, in de inkomhal van het stadion is er een verlaagde ticketbalie voorzien, er zijn faciliteiten voor supporters met een auditieve handicap, en ga zo maar verder. INTER VLAANDEREN Om deze voorzieningen op matchdagen mee te omkaderen kan de KAA Gent Foundation rekenen op de hulp van INTER Vlaanderen. Elke thuiswedstrijd zijn zij met minstens vier vrijwilligers op pad om supporters met een beperking te begeleiden. Twee van die vrijwilligers zijn Damiën Moreels en Sarah Lerouge. “De meeste supporters met een handicap hebben een eigen begeleider mee, maar er zijn er ook zonder begeleider. Die mensen proberen wij te helpen zodat ze ten volle kunnen genieten van de wedstrijd”, legt Sarah Lerouge uit. “Mijn motivatie om dit vrijwilligerswerk te doen is omdat ik dertig jaar geleden een ongeval heb gehad in een jumping. Daarbij geraakte ik verlamd. Ze hebben me geopereerd en ik ben er doorgekomen, anders zat ik nu ook in een rolstoel. Op die dag besefte ik dat ik mensen wou helpen die in een rolstoel zitten”, vertelt Damiën Moreels. Het werk van de vrijwilligers wordt ook door onze supporters met een beperking geapprecieerd. “Ik kom al elf jaar kijken naar KAA Gent, dus ik maakte het Jules Ottenstadion nog mee. Toen had ik nog één been, maar zat ik wel al in een scootmobiel. Toen moesten we allemaal achter de doellijn gaan zitten. Dat was minder aangenaam, maar sinds de verhuis naar de Ghelamco Arena kom ik naar elke thuiswedstrijd kijken”, vertelt Willy Van Damme, of de ‘Rollende Buffalo’ zoals hij zichzelf noemt. “De faciliteiten zijn er enorm op vooruit gegaan. De KAA Gent Foundation en INTER verrichten hier ook echt knap werk. Ze zorgen dat ik de wedstrijden op een optimale manier kan beleven", besluit hij. De toegankelijkheid van de Ghelamco Arena is een voorbeeld voor andere stadions in ons land. De DAO werking werd uitgebouwd in samenwerking met het Centre for Access in Football in Europe (CAFE). Lees hier alle informatie voor supporters met een beperking. Mail de KAA Gent Foundation: dao@kaagentfoundation.be De KAA Gent Foundation bedankt haar partners voor de steun:  

Bekijk volledig nieuwsbericht
Get to know: Cederick Van Daele & Brian Agbor Jeugd

Get to know: Cederick Van Daele & Brian Agbor

Er liep heel wat jong geweld rond bij de A-kern afgelopen maand. Door de vele blessures maakte Hein Vanhaezebrouck van de nood een deugd en kregen verschillende jeugdspelers de kans om te proeven van het hoogste niveau. Met Cederick Van Daele en Brian Agbor speelden twee jonkies zichzelf in de kijker. Bovendien zijn het goeie vrienden. Hoog tijd om hen beter te leren kennen. Veel Gent-supporters weten intussen wie jullie zijn. Maar de mensen achter de voetballers Cé en Brian kennen de meesten nog niet. Kunnen jullie elkaar aan de lezer voorstellen? Brian: “Cederick is een toffe kerel. In het normale leven is hij erg kalm. Soms zaagt hij eens, maar dat hoort erbij. Hij is een echte leider!” Cé: “Ja, dat klopt. Dat komt door mijn leeftijd (22) veronderstel ik. Ik ben de oudste hier en dus moet ik het leiderschap op mij nemen. Ik heb geen schrik om jonge gasten mee te nemen. Brian is ook een echte leider. Zeker in de verdediging. Soms hebben we discussies op het veld, maar dat is normaal. Als je dat niet hebt, is het ook niet spannend en leuk. We gaan ook vaak iets eten. We komen goed overeen.” Jullie spelen nog maar twee jaar samen in de ploeg. Cederick, jij volgde je opleiding hier bij Gent. Brian, jij bij Antwerp. Hoe verliep jullie traject? Cé: “Ik speel sinds mijn zevende bij KAA Gent. Dat liep altijd vlot. Tot de U14. Toen stond ik op het punt om te vertrekken. Er was een trainer gekomen die veel spelers had meegebracht. Daardoor speelde ik niet meer. Ik had na dat seizoen een witte kaart gevraagd. Dat is een soort akkoord om weg te gaan. Maar dat heb ik niet gekregen. Uiteindelijk ben ik gebleven en nu zit ik hier al 15 jaar.” Ik had na dat seizoen gevraagd om weg te gaan. Uiteindelijk ben ik gebleven en nu zit ik hier al 15 jaar.”  Cederick Van Daele Brian: “Ik ben in Antwerp begonnen bij de U13. Toen ik 18 was, mocht ik aansluiten bij de eerste ploeg. In die periode waren Wim De Decker en Bölöni daar. Zij zagen veel potentieel in mij. Toen Wim en Laszlo zijn weggegaan, kwam Leko in de plaats. Van hem mocht ik blijven bij de A-kern. Maar toen Vercauteren kwam, veranderde alles. Van hem moest ik terug naar de beloften. Daarna ben ik vertrokken naar Gent.” Jullie hebben onlangs een eerste hoogtepunt gekend in jullie carrière. Hoe hebben jullie dat beleefd? Cé: “Ik had nooit gedacht dat de coach mij zou inbrengen tijdens de verlengingen tegen Qarabag. Dat wil toch zeggen dat hij vertrouwen heeft in mij. Ik wou mezelf bewijzen. Als de coach je vraagt of je een penalty wil trappen, dan kan je geen nee zeggen. Het was gewoon kwestie van met veel lef die penalty te nemen. Nu ben ik al wat bekomen, maar in de dagen erna had ik het moeilijk om alles te plaatsen. Zo’n moment, dat kan niemand mij meer afnemen.” Brian: “Ik was verrast dat ik de tweede helft mocht spelen op Club Brugge. Ik dacht eerst dat ik de 19e man ging zijn. Maar dan mocht ik toch op de bank plaatsnemen. Uiteindelijk viel Okumu uit en moest ik invallen bij de rust. Dat gaf me toch stress. Want het was niet zomaar een wedstrijd. Het smaakt alleszins naar meer.” Jullie zijn nu 21 en 22 jaar. Een moment waar je enerzijds een opkomend talent bent, maar anderzijds ook al moet presteren om in de A-kern terecht te komen. Als je 17 jaar bent heb je misschien wat meer krediet om fouten te maken. Zorgt dat voor twijfels? Cé: “Vorig jaar en het jaar daarvoor waren niet gemakkelijk voor mij. Ik had al een paar selecties gehad bij de A-kern, maar ik had nooit minuten gemaakt. Ik dacht bij mezelf: ben ik niet goed genoeg? Op dit moment heb ik geen twijfels meer. Ik denk dat ik klaar ben voor de A-kern. Het is aan mij om mezelf te bewijzen, maar de coach beslist uiteraard.” Brian: “Ik voelde vorig jaar heel wat onzekerheid. Ik had veel last van blessures waardoor ik weinig speelminuten kreeg. Toen vroeg ik mezelf af hoe mijn carrière verder ging verlopen. Uiteindelijk ben ik blijven doorbijten. Mijn familie en vrienden hebben mij daar goed bij geholpen. De stap naar de A-kern volgt hopelijk snel. Ik vind alleszins dat ik er thuis hoor.” De stap naar de A-kern volgt hopelijk snel. Ik vind alleszins dat ik er thuis hoor.” Brian Agbor Cederick, voor jou is dit het laatste jaar dat je bij de U23 kan spelen. Hoe kijk je naar die situatie? Cé: “Ik ben er uiteraard mee bezig, maar ik maak me er niet druk om. Gent heeft al een voorstel gedaan. Er zijn ook andere ploegen die komen kijken. Ik laat het allemaal op mij afkomen. Ik wacht af tot er een moment komt waarvan ik denk: dat is het voor mij.” Met Jong Gent komen jullie uit in eerste nationale. Jullie voetballen elk weekend tegen vaak oudere spelers. Maakt dat de stap naar de A-kern gemakkelijker? Brian: “Zeker voor de jonge gasten is dat een goeie zaak. Als wij dat vroeger ook hadden gehad, dan was dat wellicht beter geweest.” Cé: “Wij hebben altijd in een beloftencompetitie gespeeld. Dan speel je tegen mannen van dezelfde leeftijd. Die zijn ook goed. Maar het volwassenvoetbal is wel wat harder. In eerste nationale zijn wij naar mijn mening wel de best voetballende ploeg. Het grote voordeel van andere ploegen is dat ze ervaring hebben. Vaak hebben ze maar één kans nodig om te scoren.” Is het frustrerend dat jullie die kans niet gehad hebben? Brian: “Het is niet frustrerend, nee. Ik vind het wel jammer. In andere landen zoals Spanje en Nederland deden ze dat al. We speelden vroeger trouwens regelmatig al met A-kern spelers.” Leerde je veel van hen? Cé: “Jordan Botaka is de enige van wie ik veel geleerd heb. We zagen hem als een grote broer. Echt een topkerel. Zijn speeches waren ook altijd indrukwekkend.” Brian: “Botaka leerde ons veel op en naast het veld. Dat bewijst dat dat soms wel echt werkte. Toen Lamkel Zé bij Antwerp afzakte van de A-kern was dat anders. Hij leerde ons niet een echte prof te zijn. Botaka wel.” In eerste nationale speel je wedstrijden die uitdraaien op een schoppartij, zoals de match tegen Heist dit seizoen. Hoe gaan jullie daar mee om? Cé: “In die reeksen heb je dat toch nog. Tegen Heist was het extreem. Maar ook na de match tegen Knokke is er van alles gebeurd. Zij hadden op ons veld gewonnen en zongen in de  kleedkamer ‘Anti Buffalo’. Wij reageerden daar dan op waardoor het spel op de wagen zat. Zoiets doe je gewoon niet. Wij doen dat ook niet als we winnen.” Kan je je ook verplaatsen in de tegenstander? Want zij worden vaak van de mat gespeeld door een bende jonge gasten. Brian: “Tuurlijk. Maar zij gaan er niet altijd goed mee om. Op het veld dagen ze ons wel eens uit. Dan hoor je dingen zoals: “Zwijg, je bent nog maar 17, wat heb je al bereikt in je leven?” Zulke dingen hoor je alleen als we beter voetballen dan zij.” Cé: “Het motiveert ook!” Welke jeugdtrainer is jullie het meest bijgebleven? Brian: “Bij mij is dat Matthias Smet. Hij was voorheen coach bij Beveren. Toen hij bij ons in Antwerpen kwam was dat het moment waarop ik de overstap maakte van rechtsback naar controlerende middenvelder. Hij gaf me het vertrouwen om op die positie te spelen.” Cé: “Bij mij was dat Frédéric Dupré. Hij was trainer van de U18. Toen ik bij de U17 zat, mocht ik al enkele keren bij hem meespelen. Hij was degene die mij vertrouwen gaf. Ik heb veel geleerd van hem. Op alle vlakken. Voetballend, mentaliteit, agressiviteit. Matisse Samoise zal dat beamen.” Brian, wat typeert Cederick als voetballer? Brian: “Zijn traptechniek. Hij trapt bij ons alle hoekschoppen, vrije trappen en penalty’s. Hij is bovendien erg snel. Ook al ben ik sneller dan hij (lachen allebei). Hij is een leider op het veld. Als het nodig is, zet hij iedereen op zijn plek. En als er moet gezaagd worden bij de ref is hij er altijd bij.” Omgekeerd dan. Wat typeert Brian als voetballer? Cé: Ik speel ondertussen twee jaar met Brian in de ploeg. Ik vind dat hij bij de beste centrale verdedigers zit waarmee ik hier al speelde. In de duels en één op één is hij echt sterk. Ik pak hem meestal wel, maar toch (lachen allebei). Brian: “Je hebt dan gewoon geluk!” Cé: “Brian is bovendien erg snel. Als je als centrale verdediger snel bent én je kan goed verdedigen, dan ben je in mijn ogen een complete verdediger. Als je dat hebt, kun je top worden.” Met welke voetballer zouden jullie elkaar en jezelf vergelijken? Cé: “Ik zou Brian vergelijken met Militão van Real Madrid. Dat is een naam die je niet meteen zou verwachten, maar hij is snel, kopbalsterk en kan goed verdedigen. Dat heeft Brian ook allemaal.” Brian: “Met die vergelijking ben ik tevreden! Ik zou mezelf vergelijken met Fikayo Tomori van Milan. Cederick is moeilijker. Hij heeft de traptechniek van Trent Alexander-Arnold. Maar ook Lucas Digne is iemand waarmee ik Cé zou vergelijken.” Cé: “Met wie ik mezelf vergelijk, is Zinchenko van Arsenal. Dat is iemand die mee in het middenveld kan schuiven en een goeie linkervoet heeft. Als ik op links-midden sta wil ik naar binnen kunnen komen en trappen.” Aan welke KAA Gent-speler spiegel je je? Cé: “Voor mij is dat niet moeilijk. Dat is Nana Asare. Van kleins af aan ben ik supporter van KAA Gent. Hij was kapitein en speelde altijd zijn matchen. Nu loopt hij hier nog steeds rond. En altijd met een big smile.” Brian: “Ik spiegel mezelf aan Jordan Torunarigha. We durven allebei vooruit te voetballen.” Zijn jullie bijgelovig voor de wedstrijd? Cé: “Ik maak een kruisteken voor ik het veld op loop. Toch ben ik niet gelovig. Ik doe dat omdat mijn grootvader gestorven is. Hij was grote supporter van Gent.” Brian: “Ik maak ook een kruisteken want ik ben sterk gelovig. Voor de wedstrijd luister ik bovendien altijd naar dezelfde playlist.” Cé: “Ik ben nog een gewoonte vergeten! Ik steek altijd mijn rechtse scheenbeschermer links, en omgekeerd. Het is iets van vroeger denk ik. Het zit ook beter.” Waar liggen jullie ambities? Is een extra jaar in eerste nationale een optie? Cé: “Ik wil in eerste klasse spelen in België. Het buitenland is ook een optie. Wel een goeie competitie uiteraard. Niet in pakweg Cyprus. Ik speel al heel mijn leven voor KAA Gent. Hier mijn kans krijgen, is het ideale scenario. Een extra jaar in eerste nationale zie ik niet zitten. Ik word ook 23. ” Brian: “Ik wil op het hoogste niveau voetballen in een mooie competitie in West-Europa. Nog een jaar in eerste nationale hoeft niet meer voor mij.” KALENDER JONG KAA GENT

Bekijk volledig nieuwsbericht