De laatste groepswedstrijd in de UEFA Conference League was er eentje met de groepswinst als inzet, maar kreeg daarvoor niet het gepaste decor. Door de oorlogssituatie moest Maccabi Tel Aviv uitwijken naar Servië, waar zonder publiek werd gespeeld. Met het oog op de aankomende topper tegen Club Brugge liet Vanhaezebrouck een hele resem basispionnen rusten. Fadiga en Fortuna begonnen op de flank, Gerkens en Hjulsager kregen hun kans op het middenveld.
De Israëliërs waren duidelijk gemotiveerd om nog over Gent te springen in de stand en begonnen gretig aan de partij. Zahavi kopte al snel op Roef en Cohen trof het zijnet. Toen een knal van Peretz op de paal belandde, had Kanichowsky in de herneming geluk dat zijn schot afweek op Watanabe en zo Roef op het verkeerde been zette (1-0). Maccabi had zijn gedroomde vroege voorsprong beet en dat zorgde voor nog meer drive. Zahavi mikte een grote kans rakelings naast, maar toonde zich wat later wel trefzeker met een schot in de rechterhoek (2-0).
Veel werk aan de winkel voor de Buffalo's, maar pas in de slotminuten van de eerste helft kon het eindelijk dreigen. Orban kwam net te kort om een scherpe voorzet van Fadiga binnen te tikken. Na een dubbele wissel kwam Gent met een ander gelaat voor de dag in de tweede helft. Tissoudali stuitte nog op Mosquera, maar daarna trapte De Sart op aangeven van Fadiga wel de fraaie aansluitingstreffer in de linkerhoek (2-1).
De Gentse comeback leek daarmee ingezet, maar Maccabi nam de wedstrijd geleidelijk aan terug in handen. Roef had al een geweldige reflex nodig om Zahavi zijn tweede doelpunt te ontzeggen. Toen diezelfde Zahavi op het uur voor doel werd gezet, moest Roef zich alsnog gewonnen geven (3-1). Gent kreeg de vele onzuiverheden maar niet uit z'n spel en het was pas in de slotminuten dat Tissoudali Mosquera nog eens echt aan het werk zette. Roef voorkwam een hattrick van Zahavi door zijn schot tegen de lat te duwen, maar de zege en de groepswinst hadden de Israëliërs toen al op zak.